Tekstfragment Karel ende Eelegast
Eigen tekst

Dialoog tussen de hond en de haan
Hond: Vraaie historie ende al waar,
Haan: Hoort ernaar, hoort ernaar!
Hond: Vraaie historie ende al waar. De koning die is daar!
Haan: De koning??
Hond: Ja, de koning!
Haan: Scone historie!
Hond: Ende al waar!
Haan: De koning?
Hond: Ja, de koning!
Hond + haan: De koning die is daar!
Lied voor de verloren nachtegaal
Wie het ook was die maakte dat
de meidoorn jou ontviel:
hij moet me mijn geluk hebben misgund
o kleine nachtegaal, want keer op keer
heb je mijn zwaar en droef gemoed verlicht,
met zachte klanken vulde je mijn ziel.
En ik zong dan met alle vogels samen
jouw klaaglijk lied.
Grauw en gehuld in schemering
werd je door iedereen toch steeds gehoord.
In dat geluid, jouw kleine stem,
zo'n grootse melodie,
en wervelend stegen je tonen onvermoeibaar op
nadat de avond viel.
Is het dan vreemd dat engelen daarboven
niet ophouden Hem lof te zingen die
jou zegende met zo veel gratie?
‘Lied voor de verloren nachtegaal' is een vrije vertaling (uit het Engels) van een oorspronkelijk Latijns gedicht van Alcuinus, de hofleraar van Karel de Grote.